In dit blok komen de kinderen in contact met andere talen in de ruimste zin van het woord. het gaat over de overeenkomsten enverschillen met het vlaams, over de invloed van talen om ons heen en over het papiamento dat op de antillen gesproken wordt. ook groeps- en vaktalen en figuurlijk taalgebruik komen aan de orde.
De woordjes:
De woordjes:
natrappen
buitenspel staan |
elkaar de bal toespelen
een gele kaart krijgen |
aan de zijlijn staan
tackelen |
voor open doel scoren
de vliegende kiep |
een voorzet geven
het paniekvoetbal |
de moedertaal
de wartaal |
taal noch teken geven
in alle talen zwijgen |
tweetalig
in gewone mensentaal |
niet talen naar
dat is andere taal |
de klare tAAL
TAALVAARDIG |